
Grrrrrrr. Whooos. César schrikt wakker. Wat gebeurt er buiten? Hij hoort gegrom, gebrul en het lijkt wel of hij vuur ziet.
César pakt zijn jas en loopt naar buiten.
Daar hoort hij weer een gebrul. Hij kijkt om zich heen, het is dicht begroeid rond zijn huisje. Hij moet eigenlijk nodig weer eens snoeien en opruimen voor het winter wordt. Hoor, daar is het weer gegrom. Het lijkt wel achter die struiken daar te komen. Voorzichtig loopt César naar de struiken en gluurt door de takken. Daar ziet hij een klein draakje dat aan het grommen is tegen een paar takken. Het lijkt wel verdwaald te zijn. César is niet bang voor zo'n klein draakje en duwt wat takken opzij, zodat hij er tussendoor kan. Hij blijft met zijn baard in wat takken hangen, en het draakje schrikt op van het geluid. Weer hoort César gebrom, maar nu komt er ook wat vuur uit de bek van de draak. Oei, dat is wel wat gevaarlijker. Toch ziet het draakje er eerder bang dan gevaarlijk uit. César pulkt zijn baard voorzichtig los uit de takken en kruipt verder door de struiken. Hij is nu bijna bij het draakje en nu ziet hij dat het draakje met zijn pootje vast zit in een tak.
Hoe gaat César dit oplossen? Het draakje lijkt weliswaar niet gevaarlijk, maar zo'n vlammetje kan toch wel wat in de brand steken. César loopt voorzichtig nog wat dichter naar het draakje en praat zachtjes tegen hem. Hij stelt het draakje op zijn gemak. De draak kijkt nieuwsgierig, en een beetje angstig, naar die vreemde kabouter die daar naar hem toeloopt. Hij probeert zijn poot los te trekken om weg te kunnen, maar dat lukt niet. Hij piept nu een beetje, zijn poot doet pijn.
César is inmiddels vlak bij de draak en laat hem aan zijn handen ruiken. De draak lijkt wat kalmer en wacht op wat er gaat gebeuren. César kijkt hoe de poot van de draak vast zit. Hij pakt de tak en breekt er een zijtakje vanaf. Zo, nu kan hij de tak weghalen bij de poot van de draak. Het draakje is vrij, het loopt snel een stukje wel bij César.
Daar staan ze nu naar elkaar te kijken.
Het draakje is toch ook wel nieuwsgierig en loopt voorzichtig weer naar César toe. César steekt zijn hand uit en aait het draakje over zijn hoofd. En nu, misschien moeten ze samen maar eens gaan kijken waar het draakje eigenlijk thuis hoort....



César en het draakje lopen door Culemborg. Ze zijn bij het station en hebben een uitkijkpunt gevonden. Bij een waterput lijkt het draakje zich wel thuis te voelen...
Heb jij de draak gevonden? Laat het ons weten!
Reactie plaatsen
Reacties
Het werd donker en césar en het draakje, Drod, kropen tegen elkaar aan. Gelukkig was het niet koud. Ineens ging er een deur open en kwamen er twee grote draken uit met twee reuze kabouters erachter aan. César en Drod kropen weg. Best wel een beetje eng. De volgende morgen kwamen ze weer alle vier naar buiten. Ineens ging een van de grote draken met zijn snuit naar césar en Drod. ‘Hoi, ik ben Sepp en dat is Fayèn. Komen jullie hier logeren ?”. César schrok even , maar de grote draken leken wel aardig. “Kan dat dan want het was wel een beetje koud vanmorgen”. “ ja, hoor op hoeve Cornelia is altijd plek voor kabouters en draken. Mijn mensen hebben zelfs op een boot gewoont die Hobberdy heette. Dat is Engels voor kabouter. Kom lekker binnen, de koffie staat klaar”. Dat lieten césar en Drod zich niet nog een keer zeggen en gingen mee naar binnen. Wat was het gezellig. César en Drod blijven hier nog even logeren voordat ze naar het volgende avontuur. gaan.